Als iedereen gered wordt: Moeten we dan nog een keuze maken voor Jezus?? Hoe zit dat eigenlijk? Is redding afhankelijk van de juiste keuze die wij maken? Hieronder staat een gesprek geschreven en het speelt zich af tussen iemand die overtuigend christen is en iemand die zoekende is. Van tevoren wil ik even zeggen dat in dit gesprekje sommige punten nogal hard en radicaal kunnen overkomen. Hiermee wil ik mensen niet persoonlijk mee raken. Het gaat me om de inhoud en omdat ik dit stukje een duidelijk beeld vind geven van hoe krom de gesprekken kunnen zijn. Daarom heb ik dit stukje hier neergezet:
Zoeker: “Susan, Ik ben een van die mensen die zoekt naar God. Nu overweeg ik de christelijke religie. Maar is het waar dat, ook al kwam Jezus Christus om de zonde van de wereld weg te nemen – ik denk nu aan Johannes 1:29- de zonde nog steeds miljoenen van God verwijderd zijn voor de eeuwigheid? Dat baart me zorgen.”
Susan: “Ja, Jan dat klopt. Mensen moeten Jezus om vergeving vragen. Anders zullen hun zonde hun voor altijd achtervolgen.”
Zoeker: “ Dus Jezus nam niet echt de zonde van de wereld weg?”
Susan: “Hij deed dat en Hij deed dat niet.
Zoeker: “Kun je me dat eens uitleggen?"
Susan: “Tuurlijk. Hij neemt de zonde weg voor degenen die naar Hem vragen. Hij doet dat niet voor mensen die dat niet doen.”
Zoeker: “Maar dit vers zegt dat Hij dat doet voor de wereld. Het zegt: Aanschouw het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt.”
Susan: “Ik weet dat het dat zegt maar dat is niet wat er bedoeld wordt.”
Zoeker: “Hoezo dat?”
Susan: “Dat is een Christelijk Mysterie.”
Zoeker: “Wat vormt een Christelijk Mysterie?”
Susan: “Alles wat we niet begrijpen en waar we niet over na moeten denken.”
Zoeker: “Ik heb gehoord dat Jezus kwam om het werk van de duivel te ontdoen. Alle kwaad. Dat wekt mijn interesse.
Susan: “Ja, ik houd van die waarheid! Jij denkt aan 1 Johannes 3: 8.”
Zoeker: “Ja, maar is het ook niet zo –volgens jou geloof- dat de duivel de meeste mensen naar de hel zal brengen? Waar ze voor eeuwig vervloekt zijn?”
Susan: “Ja.”
Zoeker: “Maar als de duivel dat doet, waar is het werk van Jezus dat Hij dit voorkomt? Het ontdoen van het werk van de duivel?
Susan: (sluit haar oren) “A-maaaaaaaa-zing graaacccce…”
Zoeker: “Susan, serieus! Ik moet je echt iets vragen in verband met dat ik me zorgen maak over mijn nichtje.”
Susan: “Oh ok.”
Zoeker: “Mijn nichtje Julia was een geliefd persoon. Mijn broer en zijn vrouw lezen de Bijbelverhalen voor aan haar toen ze kind was. Ze namen haar mee naar de kerk. Drie maanden geleden, op een avond vroegen ze aan haar of zij een persoonlijke keuze voor Jezus gemaakt heeft. Ze zei – en mijn broer zal dit nooit vergeten- ‘nee nog niet.’ Susan, die nacht, is mijn nicht omgekomen door een auto-ongeluk.”
Susan: “Wat afschuwelijk. Dat spijt me. Hoe oud was ze?”
Zoeker: “Vijftien.”
Susan: “Het spijt me om dat te horen.”
Zoeker: “Waarom?”
Susan: “Als ze elf of twaalf was geweest, had ze misschien een kans gehad. Maar ze was oud genoeg om beter te weten.”
Zoeker: “Wat beter te weten?”
Susan: “Misschien kunnen we hier beter maar niet over praten.”
Zoeker: “Je moet het me vertellen.”
Susan: “Jouw nichtje had de kans om Jezus te accepteren maar ze deed haar voordeel er niet mee.”
Zoeker: (verbijsterd)”Redding is door een kans?”
Susan: “Ja, ik had de kans en greep hem. Ik won. Julia had ook een kans. Maar ze verliest.”
Zoeker: “Maar ik dacht dat Jezus kwam om zondaren te redden. En wat anderen me vertelt hebben is: Jezus niet accepteren is zeker een zonde.”
Susan: “Zeker is dat een zonde. Het is de ergste zonde, en jou nichtje was zeker weten een zondaar. Maar je begrijpt het niet: Jezus redt alleen degene die Hem accepteren.”
Zoeker: “Maar moet iemand niet stoppen met zondigen om Hem te accepteren? Ik bedoel , als ongeloof een zonde is, zou geloof zonde dan niet stoppen?”
Susan: (sluit opnieuw haar oren) “A-maaaaaaaa-zing graaacccce…”
Zoeker: “Susan! In feite vertel je me dat Jezus alleen zondaren redt die stoppen met zondigen.”
Susan: “Wie lang genoeg stopt met zondigen om Hem te accepteren.”
Zoeker: “Maar ze moeten dan stoppen met zondigen op dat hele korte moment.”
Susan: “Okay, dan op dat hele korte moment! Maar Hij redt nog steeds zondaren, en niets wat je zegt zal mijn gedachten veranderen!”
Zoeker: “Waar is Julia nu?”
Susan: “Je gooit me in een lastige situatie. Ik houd er niet zo van om dit deel van het Goede Nieuws te delen, maar ik ben evangelist in training, dus vooruit. Vanaf het moment dat jou nichtje dood ging wordt ze gemarteld in het hellevuur. Ze heeft deze week al meer geleden dan dat ik zal lijden in mijn leven; Over jou weet ik dat nog niet. Haar kwellingen zijn nog maar net begonnen.”
Zoeker: “Maar ik dacht dat God van Julia hield!”
Susan: “Dat doet Hij maar liefde is moeilijk. Zou jij een geliefde voor eeuwig kwellen in vuur als ze jou niet waarderen?”
Zoeker: “Nee! Nog geen vijf minuten!”
Susan: “Wel, jij bent God niet. Gods liefde is niet onze liefde. Dit is waarom christenen God vrezen en ze aan Zijn regels houden.”
Zoeker: “Om wat Hij ze aan wilt doen als ze zich daar niet aan houden? “
Susan: “Vrees en bedreigingen zijn onderdeel van het Goede Nieuws.”
Zoeker: “En dat maakt dat jij de Heer gaat prijzen? “
Susan: “100 keer per dag! Jij zou de Heer moeten prijzen.”
Zoeker: “Hoe kan ik de Heer prijzen als dat wat jij vertelt waarheid is?”
Susan: “Je moet je gedachten trainen dat ze stoppen met denken aan Julia.”
Zoeker: “Dat kan ik niet!”
Susan: “Dat komt omdat je nog geen christen bent. Als je naar de hemel gaat zul je stoppen met denken aan iedereen die in de hel is. Is dat niet geweldig? Ik oefen daar nu voor. Je moet echt Jezus accepteren. Hij is een geweldige redder!”
Zoeker: “Geweldig? Hij klinkt niet als dat Hij goed werk doet. Verdomme!”
Susan: “Oh, je zei een vloekwoord!”
Zoeker: “!@#$#@@$%$ wat vind je van deze vloekwoorden? Die heb ik in jaren niet gezegd!”
Susan: (sluit haar oren) “Afschuwelijk! Stop daarmee! Amazing grace!”
Zoeker: “Jouw doctrine maakt dat ik dit wil doen. Dit zogenoemde Goede Nieuws brengt me niet vrede. Het maakt me ontdaan en boos op God.”
Susan: “Wat?”
Zoeker: “Haal je vingers uit je oren! Ik zeg: Jouw evangelie bezorgt me geen goede gevoelens. Het brengt me niet naar God toe.”
Susan: “Dat is omdat je nog geen christen bent. Je moet Jezus accepteren en ik zou maar opschieten voordat je dood gaat.”
Zoeker: “Accepteert Jezus mij? Is Jezus mijn redder?”
Susan: “Dat hangt er vanaf.”
Zoeker: “Waar hangt dat vanaf?”
Susan: “Het hangt er vanaf of je gelooft of niet dat Hij jouw redder is.”
Zoeker: “Hij is niet mijn redder totdat ik geloof dat Hij mijn redder is?”
Susan: “Dat klopt.”
Zoeker: “Waarom zou ik iets willen geloven dat niet waar is?”
Susan: “Huh?” Zoeker: “Jij zegt net dat, totdat ik geloof, Jezus niet mijn redder is. Ga nou niet beginnen met zingen, maar waarom zou ik iets geloven dat niet waar is?”
Susan: “Maar dat is waar.”
Zoeker: “Wat is waar?”
Susan: “Jezus is jouw redder.”
Zoeker: “Wow, dat was snel; Hij heeft Zijn gedachten al veranderd. Nou, laat me beslissen of ik dat wil geloven of niet.”
Susan: “Nee, je snapt het niet. Als je niet gelooft is Hij niet jouw redder.”
Zoeker: “Susan, alsjeblieft. Ik wil geloven wat waarheid is. Als het waar is dat Jezus mijn redder is dan wil ik dat geloven. Als hij niet mijn redder is ben ik echt niet zo stom om iets te geloven dat niet waar is. Dus stop met het afdekken ervan. Ik moet het weten. Is Jezus mij redder of niet?”
Susan: “Ik zei het je toch? Hij is niet jouw redder totdat je gelooft dat Hij jouw redder is!”
Zoeker: “Verdomme, nu is Hij weer niet mijn redder!”
Susan: “Je zei het vloekwoord weer!”
Zoeker: “Ik kon het niet helpen.”
Susan: “Kijk, alles hangt er vanaf van wat jij doet.”
Zoeker: “Ah nu komen we bij het hart van deze zaak. Ik heb de controle over dat ik gered ben of niet.”
Susan: “Ja, Jan dat klopt. Mensen moeten Jezus om vergeving vragen. Anders zullen hun zonde hun voor altijd achtervolgen.”
Zoeker: “ Dus Jezus nam niet echt de zonde van de wereld weg?”
Susan: “Hij deed dat en Hij deed dat niet.
Zoeker: “Kun je me dat eens uitleggen?"
Susan: “Tuurlijk. Hij neemt de zonde weg voor degenen die naar Hem vragen. Hij doet dat niet voor mensen die dat niet doen.”
Zoeker: “Maar dit vers zegt dat Hij dat doet voor de wereld. Het zegt: Aanschouw het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt.”
Susan: “Ik weet dat het dat zegt maar dat is niet wat er bedoeld wordt.”
Zoeker: “Hoezo dat?”
Susan: “Dat is een Christelijk Mysterie.”
Zoeker: “Wat vormt een Christelijk Mysterie?”
Susan: “Alles wat we niet begrijpen en waar we niet over na moeten denken.”
Zoeker: “Ik heb gehoord dat Jezus kwam om het werk van de duivel te ontdoen. Alle kwaad. Dat wekt mijn interesse.
Susan: “Ja, ik houd van die waarheid! Jij denkt aan 1 Johannes 3: 8.”
Zoeker: “Ja, maar is het ook niet zo –volgens jou geloof- dat de duivel de meeste mensen naar de hel zal brengen? Waar ze voor eeuwig vervloekt zijn?”
Susan: “Ja.”
Zoeker: “Maar als de duivel dat doet, waar is het werk van Jezus dat Hij dit voorkomt? Het ontdoen van het werk van de duivel?
Susan: (sluit haar oren) “A-maaaaaaaa-zing graaacccce…”
Zoeker: “Susan, serieus! Ik moet je echt iets vragen in verband met dat ik me zorgen maak over mijn nichtje.”
Susan: “Oh ok.”
Zoeker: “Mijn nichtje Julia was een geliefd persoon. Mijn broer en zijn vrouw lezen de Bijbelverhalen voor aan haar toen ze kind was. Ze namen haar mee naar de kerk. Drie maanden geleden, op een avond vroegen ze aan haar of zij een persoonlijke keuze voor Jezus gemaakt heeft. Ze zei – en mijn broer zal dit nooit vergeten- ‘nee nog niet.’ Susan, die nacht, is mijn nicht omgekomen door een auto-ongeluk.”
Susan: “Wat afschuwelijk. Dat spijt me. Hoe oud was ze?”
Zoeker: “Vijftien.”
Susan: “Het spijt me om dat te horen.”
Zoeker: “Waarom?”
Susan: “Als ze elf of twaalf was geweest, had ze misschien een kans gehad. Maar ze was oud genoeg om beter te weten.”
Zoeker: “Wat beter te weten?”
Susan: “Misschien kunnen we hier beter maar niet over praten.”
Zoeker: “Je moet het me vertellen.”
Susan: “Jouw nichtje had de kans om Jezus te accepteren maar ze deed haar voordeel er niet mee.”
Zoeker: (verbijsterd)”Redding is door een kans?”
Susan: “Ja, ik had de kans en greep hem. Ik won. Julia had ook een kans. Maar ze verliest.”
Zoeker: “Maar ik dacht dat Jezus kwam om zondaren te redden. En wat anderen me vertelt hebben is: Jezus niet accepteren is zeker een zonde.”
Susan: “Zeker is dat een zonde. Het is de ergste zonde, en jou nichtje was zeker weten een zondaar. Maar je begrijpt het niet: Jezus redt alleen degene die Hem accepteren.”
Zoeker: “Maar moet iemand niet stoppen met zondigen om Hem te accepteren? Ik bedoel , als ongeloof een zonde is, zou geloof zonde dan niet stoppen?”
Susan: (sluit opnieuw haar oren) “A-maaaaaaaa-zing graaacccce…”
Zoeker: “Susan! In feite vertel je me dat Jezus alleen zondaren redt die stoppen met zondigen.”
Susan: “Wie lang genoeg stopt met zondigen om Hem te accepteren.”
Zoeker: “Maar ze moeten dan stoppen met zondigen op dat hele korte moment.”
Susan: “Okay, dan op dat hele korte moment! Maar Hij redt nog steeds zondaren, en niets wat je zegt zal mijn gedachten veranderen!”
Zoeker: “Waar is Julia nu?”
Susan: “Je gooit me in een lastige situatie. Ik houd er niet zo van om dit deel van het Goede Nieuws te delen, maar ik ben evangelist in training, dus vooruit. Vanaf het moment dat jou nichtje dood ging wordt ze gemarteld in het hellevuur. Ze heeft deze week al meer geleden dan dat ik zal lijden in mijn leven; Over jou weet ik dat nog niet. Haar kwellingen zijn nog maar net begonnen.”
Zoeker: “Maar ik dacht dat God van Julia hield!”
Susan: “Dat doet Hij maar liefde is moeilijk. Zou jij een geliefde voor eeuwig kwellen in vuur als ze jou niet waarderen?”
Zoeker: “Nee! Nog geen vijf minuten!”
Susan: “Wel, jij bent God niet. Gods liefde is niet onze liefde. Dit is waarom christenen God vrezen en ze aan Zijn regels houden.”
Zoeker: “Om wat Hij ze aan wilt doen als ze zich daar niet aan houden? “
Susan: “Vrees en bedreigingen zijn onderdeel van het Goede Nieuws.”
Zoeker: “En dat maakt dat jij de Heer gaat prijzen? “
Susan: “100 keer per dag! Jij zou de Heer moeten prijzen.”
Zoeker: “Hoe kan ik de Heer prijzen als dat wat jij vertelt waarheid is?”
Susan: “Je moet je gedachten trainen dat ze stoppen met denken aan Julia.”
Zoeker: “Dat kan ik niet!”
Susan: “Dat komt omdat je nog geen christen bent. Als je naar de hemel gaat zul je stoppen met denken aan iedereen die in de hel is. Is dat niet geweldig? Ik oefen daar nu voor. Je moet echt Jezus accepteren. Hij is een geweldige redder!”
Zoeker: “Geweldig? Hij klinkt niet als dat Hij goed werk doet. Verdomme!”
Susan: “Oh, je zei een vloekwoord!”
Zoeker: “!@#$#@@$%$ wat vind je van deze vloekwoorden? Die heb ik in jaren niet gezegd!”
Susan: (sluit haar oren) “Afschuwelijk! Stop daarmee! Amazing grace!”
Zoeker: “Jouw doctrine maakt dat ik dit wil doen. Dit zogenoemde Goede Nieuws brengt me niet vrede. Het maakt me ontdaan en boos op God.”
Susan: “Wat?”
Zoeker: “Haal je vingers uit je oren! Ik zeg: Jouw evangelie bezorgt me geen goede gevoelens. Het brengt me niet naar God toe.”
Susan: “Dat is omdat je nog geen christen bent. Je moet Jezus accepteren en ik zou maar opschieten voordat je dood gaat.”
Zoeker: “Accepteert Jezus mij? Is Jezus mijn redder?”
Susan: “Dat hangt er vanaf.”
Zoeker: “Waar hangt dat vanaf?”
Susan: “Het hangt er vanaf of je gelooft of niet dat Hij jouw redder is.”
Zoeker: “Hij is niet mijn redder totdat ik geloof dat Hij mijn redder is?”
Susan: “Dat klopt.”
Zoeker: “Waarom zou ik iets willen geloven dat niet waar is?”
Susan: “Huh?” Zoeker: “Jij zegt net dat, totdat ik geloof, Jezus niet mijn redder is. Ga nou niet beginnen met zingen, maar waarom zou ik iets geloven dat niet waar is?”
Susan: “Maar dat is waar.”
Zoeker: “Wat is waar?”
Susan: “Jezus is jouw redder.”
Zoeker: “Wow, dat was snel; Hij heeft Zijn gedachten al veranderd. Nou, laat me beslissen of ik dat wil geloven of niet.”
Susan: “Nee, je snapt het niet. Als je niet gelooft is Hij niet jouw redder.”
Zoeker: “Susan, alsjeblieft. Ik wil geloven wat waarheid is. Als het waar is dat Jezus mijn redder is dan wil ik dat geloven. Als hij niet mijn redder is ben ik echt niet zo stom om iets te geloven dat niet waar is. Dus stop met het afdekken ervan. Ik moet het weten. Is Jezus mij redder of niet?”
Susan: “Ik zei het je toch? Hij is niet jouw redder totdat je gelooft dat Hij jouw redder is!”
Zoeker: “Verdomme, nu is Hij weer niet mijn redder!”
Susan: “Je zei het vloekwoord weer!”
Zoeker: “Ik kon het niet helpen.”
Susan: “Kijk, alles hangt er vanaf van wat jij doet.”
Zoeker: “Ah nu komen we bij het hart van deze zaak. Ik heb de controle over dat ik gered ben of niet.”
Susan: “Dat is niet precies wat ik zei.”
Zoeker: “Maar dat is de logische conclusie!”
Susan: “Logica is van de duivel! Ik straf je, Satan!”
Zoeker: “Maar je zei dat alles er vanaf hangt wat ik doe.”
Susan: “Dat doet het.” Zoeker: “Maar ik dacht dat redding een gratis gift was.”
Susan: “Dat is het! Redding is een gift! Het is genade en genade is een gift! Vrij, vrij, vrij! Je kan niets doen om jezelf te redden. Niks, niks, niks!”
Zoeker: “Maar je zegt net dat mijn redding afhangt van wat ik doe.”
Susan: “Dat doet het.”
Zoeker: “Maar dat is de logische conclusie!”
Susan: “Logica is van de duivel! Ik straf je, Satan!”
Zoeker: “Maar je zei dat alles er vanaf hangt wat ik doe.”
Susan: “Dat doet het.” Zoeker: “Maar ik dacht dat redding een gratis gift was.”
Susan: “Dat is het! Redding is een gift! Het is genade en genade is een gift! Vrij, vrij, vrij! Je kan niets doen om jezelf te redden. Niks, niks, niks!”
Zoeker: “Maar je zegt net dat mijn redding afhangt van wat ik doe.”
Susan: “Dat doet het.”
Zoeker: “Susan, ik denk dat ik voor mezelf een nieuwe religie heb gevonden.”
Susan: “Prijs de Heer!”
Zoeker: “Nee, prijs Heineken. Mijn nieuwe religie is bier.”
Het stukje vond ik interessant omdat het aantoont hoe de christelijke religie zichzelf tegenwerkt. Gaat het wel om een keuze? Tot slot wil ik uiteraard kijken naar wat de Schrift over een (vrije) keuze zegt:
Johannes 6: 44:
Niemand kan tot Mij komen, indien niet de Vader, die Mij zendt, hem zou trekken.
Romeinen 9:16:
Het hangt dus niet daarvan af, of iemand wil, dan wel of iemand loopt, maar van God die Zich ontfermt.
Efeziers 1: 11:
11 in Hem, in Wie ook ons lot werd geworpen, tevoren bestemd zijnde naar het voornemen van Die alles werkt naar de raad van Zijn wil,
Efeziers 2: 8 en 9:
8 Want door de genade zijn jullie gered, door geloof en dat niet uit jullie zelf; het is het naderingsgeschenk van God,
9 niet uit werken, opdat niemand zou roemen*.
Fillipenzen 2: 13: Want God is het die in jullie zowel het willen als het weten werkt, ten behoeve van het welbehagen.
Het gesprekje is geïnspireerd uit een Amerikaans boek: Quiting Church without Quiting God van Martin Zender. Klik hier voor meer informatie over dat boek.
Susan: “Prijs de Heer!”
Zoeker: “Nee, prijs Heineken. Mijn nieuwe religie is bier.”
Het stukje vond ik interessant omdat het aantoont hoe de christelijke religie zichzelf tegenwerkt. Gaat het wel om een keuze? Tot slot wil ik uiteraard kijken naar wat de Schrift over een (vrije) keuze zegt:
Johannes 6: 44:
Niemand kan tot Mij komen, indien niet de Vader, die Mij zendt, hem zou trekken.
Romeinen 9:16:
Het hangt dus niet daarvan af, of iemand wil, dan wel of iemand loopt, maar van God die Zich ontfermt.
Efeziers 1: 11:
11 in Hem, in Wie ook ons lot werd geworpen, tevoren bestemd zijnde naar het voornemen van Die alles werkt naar de raad van Zijn wil,
Efeziers 2: 8 en 9:
8 Want door de genade zijn jullie gered, door geloof en dat niet uit jullie zelf; het is het naderingsgeschenk van God,
9 niet uit werken, opdat niemand zou roemen*.
Fillipenzen 2: 13: Want God is het die in jullie zowel het willen als het weten werkt, ten behoeve van het welbehagen.
Het gesprekje is geïnspireerd uit een Amerikaans boek: Quiting Church without Quiting God van Martin Zender. Klik hier voor meer informatie over dat boek.