“Vandaag mag ik met de Wachter van de stad meelopen over de muren. Er zijn meer mensen die mee gaan. Ik ben heel benieuwd wat er gaat gebeuren! Een paar weken van tevoren had ik al een Boek toegestuurd gekregen van de Wachter. Het is best een dik Boek. Maar voorin ligt een briefje waarop staat:
Toen ik het briefje las moest ik glimlachen. Ik dacht: Aha, dus dit is wat de Wachter wil. Dat Boek is een hulp met alle bezienswaardigheden. Met alles wat de Wachter van Plan is!’ Zodra we op de muren van de stad staan heb je een prachtig uitzicht! Iedereen kijkt dan ook verwondert om zich heen naar deze mooie stad. ‘Welkom op de muren van mijn Stad.” zegt de Wachter. “Zeg het maar. Wat zal Ik laten zien?”
Een grote forse man naast mij keek een beetje verward. Hij snapte blijkbaar niet wat de bedoeling was want hij zei: “Nou is het helemaal mooi! U weet toch al wat hier te zien is! Waarom zou ik dan zeggen wat U moet laten zien?” De Wachter keek naar deze man maar zei verder niks. Ik had wel respect voor die Wachter. Volgens mij weet Hij precies hoe Hij met Zijn mensen om moet gaan. “Wachter?” vroeg ik. “Ik zie in deze stad allemaal mooie huizen. In het Boek staat dat mensen weer huizen zullen bouwen en het weer zullen bewonen! (1) Ik herinner U daar graag aan en wil ze graag eens zien!” Toen zag ik dat de Wachter moest glimlachen. “Zeker, graag wil Ik ze aan jou laten zien. Fijn dat je dit aan me vraagt.” Hij wees naar de mooie huizen en vertelde wat er al gebeurd was en wat er nog gaat gebeuren.
“Ah, ik snap het!” zei een mevrouw naast me. “Wachter, hebben ze hier ook een shopping center? Het lijkt me geweldig om eens lekker te kunnen shoppen hier.” Oh….ze begrijpt het niet! Dacht ik nog. De Wachter heeft niet voor niks een briefje bij het Boek gedaan: De bezienswaardigheden die langs DEZE ROUTE liggen….is dat zo moeilijk??
De Wachter gaat hier opnieuw niet op in maar zegt: “Kom, we gaan een stukje verder wandelen.” Terwijl we verder wandelen zie ik ineens een links van mij een mooi groot pleintje waarop kinderen aan het spelen zijn met een voetbal. Ik herinner me dat er in het Boek staat dat de kinderen op de pleinen en straten zullen spelen (2) dus ik zei: “Wachter mag ik U herinneren aan het feit dat die kinderen hier op de pleinen en straten spelen? Dat is een mooie bezienswaardigheid! Laat het me zien en vertel hierover!” “Met genoegen, Thamara!” zei de Wachter met een hele grote smile. “Kijk nog maar eens goed naar links. Dit is de toekomst van de stad. Zij zullen onbezorgd op de straten spelen en Ik zal je nog wat vertellen: De ouderen van dagen zullen erbij zitten. Leunend op hun stok vanwege hun hoge leeftijd.”
“Wauw, het is nu al mooi om te zien maar hoe zal het straks dan wel niet zijn?” dacht ik bij mezelf. Wat gaaf dat die Wachter van de stad dat allemaal al heeft uitgedacht! Twee vrouwen die vlak achter mij liepen hadden zin om een lied in te zetten. Dat merkte ik omdat de ene dat aan de ander vroeg of ze daar ook zin in had. “Een lied voor de Wachter!” En ze begonnen te zingen: “We hebben het zo fijn….om samen met de Wachter te zijn.”
“Oh nee….” dacht ik, met krullende tenen, “het gaat hier niet om een warm en gezellig sfeertje voor onszelf te maken. Het gaat om de Wachter en Zijn stad! Het is wel mooi om te zingen maar dat is niet de bedoeling hier. Er staat niet voor niks op het briefje dat het de bedoeling is dat je naar de bezienswaardigheden vraagt die langs deze route staan!. Volg het Plan van de Wachter!! Oh, wat zal de Wachter nu gaan zeggen?”
Nou, vrij weinig….Hij zei niet zoveel maar liep gewoon door. Tot frustratie van die vrouwen die wilde zingen en die grote forse man die alleen maar meer in verwarring raakte. Een jongen, die vlak voor me liep, snapte gelukkig wel wat de bedoeling was. Hij keek namelijk om zich heen en aan zijn blik te zien verbaasde hij zich over de grootte van de stad. “Wachter” zei hij. “Wat is de stad groot! Nog groter dan deze muren dan waar wij op lopen! Dit zijn natuurlijk de muren van de vroegere oude stad! In het boek staat dat de Stad heel groot zal zijn.(3) Kunt U mij dat laten zien?” “Zeker kan ik jou dat laten zien Japie! Kijk maar eens van links naar rechts! Groot he? En straks…straks is de stad zo groot dat Ik zal zorgen dat er geen stadsmuren nodig zijn! Dan zorg Ik dat ik zelf de stad zal Bewaken!!”
De grote forse man, genaamd Kees, die snapte er nog steeds niks van: “Tsjonge jonge” zei hij. “Wat een moeilijk gedoe Wachter! Laat me gewoon zien wat ik wil zien!!” Nou toen hij dat zei kon ik wel wegkruipen: LANGS DEZE ROUTE!! dacht ik nog…De Wachter zei nog steeds niks. Kees zei: “Mevrouw, u wilde toch zingen en het fijn hebben?” “Jazeker!” zei de vrouw. “En we zoeken nog steeds de winkels van deze stad!” Waarbij ze gefrustreerd naar de Wachter keek die nog steeds niks zei. Ze begonnen op nieuw te zingen maar nu ging het ook over dat de Wachter hun de winkels moest laten zien. Maar daar stond niks over in het Boek!
De Wachter deed niks…ik had allang gezegd dat ze niet meer met me mee mochten. Wel zag ik dat de Wachter ze in de gaten hield. Zoals een echte Wachter doen kan. Maar wat een geduld heeft Hij! Ik wacht nog steeds af wat er nu gaat gebeuren. Ik keek tussendoor nog eens in het boek wat er komen zou.
We liepen verder en verder en ik merkte dat het gezang ophield. Ze hielden hun mond. Ze zwegen…
Een grote forse man naast mij keek een beetje verward. Hij snapte blijkbaar niet wat de bedoeling was want hij zei: “Nou is het helemaal mooi! U weet toch al wat hier te zien is! Waarom zou ik dan zeggen wat U moet laten zien?” De Wachter keek naar deze man maar zei verder niks. Ik had wel respect voor die Wachter. Volgens mij weet Hij precies hoe Hij met Zijn mensen om moet gaan. “Wachter?” vroeg ik. “Ik zie in deze stad allemaal mooie huizen. In het Boek staat dat mensen weer huizen zullen bouwen en het weer zullen bewonen! (1) Ik herinner U daar graag aan en wil ze graag eens zien!” Toen zag ik dat de Wachter moest glimlachen. “Zeker, graag wil Ik ze aan jou laten zien. Fijn dat je dit aan me vraagt.” Hij wees naar de mooie huizen en vertelde wat er al gebeurd was en wat er nog gaat gebeuren.
“Ah, ik snap het!” zei een mevrouw naast me. “Wachter, hebben ze hier ook een shopping center? Het lijkt me geweldig om eens lekker te kunnen shoppen hier.” Oh….ze begrijpt het niet! Dacht ik nog. De Wachter heeft niet voor niks een briefje bij het Boek gedaan: De bezienswaardigheden die langs DEZE ROUTE liggen….is dat zo moeilijk??
De Wachter gaat hier opnieuw niet op in maar zegt: “Kom, we gaan een stukje verder wandelen.” Terwijl we verder wandelen zie ik ineens een links van mij een mooi groot pleintje waarop kinderen aan het spelen zijn met een voetbal. Ik herinner me dat er in het Boek staat dat de kinderen op de pleinen en straten zullen spelen (2) dus ik zei: “Wachter mag ik U herinneren aan het feit dat die kinderen hier op de pleinen en straten spelen? Dat is een mooie bezienswaardigheid! Laat het me zien en vertel hierover!” “Met genoegen, Thamara!” zei de Wachter met een hele grote smile. “Kijk nog maar eens goed naar links. Dit is de toekomst van de stad. Zij zullen onbezorgd op de straten spelen en Ik zal je nog wat vertellen: De ouderen van dagen zullen erbij zitten. Leunend op hun stok vanwege hun hoge leeftijd.”
“Wauw, het is nu al mooi om te zien maar hoe zal het straks dan wel niet zijn?” dacht ik bij mezelf. Wat gaaf dat die Wachter van de stad dat allemaal al heeft uitgedacht! Twee vrouwen die vlak achter mij liepen hadden zin om een lied in te zetten. Dat merkte ik omdat de ene dat aan de ander vroeg of ze daar ook zin in had. “Een lied voor de Wachter!” En ze begonnen te zingen: “We hebben het zo fijn….om samen met de Wachter te zijn.”
“Oh nee….” dacht ik, met krullende tenen, “het gaat hier niet om een warm en gezellig sfeertje voor onszelf te maken. Het gaat om de Wachter en Zijn stad! Het is wel mooi om te zingen maar dat is niet de bedoeling hier. Er staat niet voor niks op het briefje dat het de bedoeling is dat je naar de bezienswaardigheden vraagt die langs deze route staan!. Volg het Plan van de Wachter!! Oh, wat zal de Wachter nu gaan zeggen?”
Nou, vrij weinig….Hij zei niet zoveel maar liep gewoon door. Tot frustratie van die vrouwen die wilde zingen en die grote forse man die alleen maar meer in verwarring raakte. Een jongen, die vlak voor me liep, snapte gelukkig wel wat de bedoeling was. Hij keek namelijk om zich heen en aan zijn blik te zien verbaasde hij zich over de grootte van de stad. “Wachter” zei hij. “Wat is de stad groot! Nog groter dan deze muren dan waar wij op lopen! Dit zijn natuurlijk de muren van de vroegere oude stad! In het boek staat dat de Stad heel groot zal zijn.(3) Kunt U mij dat laten zien?” “Zeker kan ik jou dat laten zien Japie! Kijk maar eens van links naar rechts! Groot he? En straks…straks is de stad zo groot dat Ik zal zorgen dat er geen stadsmuren nodig zijn! Dan zorg Ik dat ik zelf de stad zal Bewaken!!”
De grote forse man, genaamd Kees, die snapte er nog steeds niks van: “Tsjonge jonge” zei hij. “Wat een moeilijk gedoe Wachter! Laat me gewoon zien wat ik wil zien!!” Nou toen hij dat zei kon ik wel wegkruipen: LANGS DEZE ROUTE!! dacht ik nog…De Wachter zei nog steeds niks. Kees zei: “Mevrouw, u wilde toch zingen en het fijn hebben?” “Jazeker!” zei de vrouw. “En we zoeken nog steeds de winkels van deze stad!” Waarbij ze gefrustreerd naar de Wachter keek die nog steeds niks zei. Ze begonnen op nieuw te zingen maar nu ging het ook over dat de Wachter hun de winkels moest laten zien. Maar daar stond niks over in het Boek!
De Wachter deed niks…ik had allang gezegd dat ze niet meer met me mee mochten. Wel zag ik dat de Wachter ze in de gaten hield. Zoals een echte Wachter doen kan. Maar wat een geduld heeft Hij! Ik wacht nog steeds af wat er nu gaat gebeuren. Ik keek tussendoor nog eens in het boek wat er komen zou.
We liepen verder en verder en ik merkte dat het gezang ophield. Ze hielden hun mond. Ze zwegen…
Schuin links voor me zag ik een grote berg. Ik herkende hem vanuit het Boek. Dus ik zei: “Wachter, is dit niet de berg waar op een dag de grote Koning zal terugkomen en naar de Stad toe zal komen?” (4) Ik dacht dat ik de Wachter hoorde lachen. “Jazeker, dat heb je goed gelezen! Er staat ook geschreven dat de Berg in tweeën zal splijten. Heb je enig idee waar dat zou gebeuren Thamara?” Ik keek naar de Wachter, naar de mensen (die ondertussen verbaasd
waren waarom de Wachter nu wel reageerde) en weer naar de berg. Ik zag dat de berg eigenlijk een beetje uit twee toppen bestond. Tussen die twee toppen zag ik een pad kronkelend naar beneden lopen maar het leek ook een beetje op een soort van spleet. Dus ik zei: “Vast daar bij dat kronkelpaadje! De ene helft zal naar het Noorden gaan en de andere helft verschuift naar het Zuiden.” “Helemaal goed!” zei de Wachter.
Toen er niet meer werd tegengesputterd en de mensen zich overgaven aan wat er op de muren te zien was draaide de Wachter zich ineens om en wilde Zijn wandelaars een beetje op weg helpen en inzicht geven. “Kees! Kun je mij vertellen wat je gelezen hebt over deze stad?” Kees keek een beetje beteuterd maar dacht even na…
Toen er niet meer werd tegengesputterd en de mensen zich overgaven aan wat er op de muren te zien was draaide de Wachter zich ineens om en wilde Zijn wandelaars een beetje op weg helpen en inzicht geven. “Kees! Kun je mij vertellen wat je gelezen hebt over deze stad?” Kees keek een beetje beteuterd maar dacht even na…
“euhm….nou…ik zag net beneden de muren hele mooie druiven! Hmm…lekker! Ik herinner me ineens dat ik las dat er wijngaarden zullen zijn in geheel het land! (5) Klopt dat?” De Wachter moest glimlachen. “Dames, houden jullie niet ook van druiven? Daar kun je heerlijke wijn van maken!” De vrouwen moesten lachen. “Ja dat is waar zeggen ze….laat maar zien dan.” Dat is nu precies wat de Wachter graag deed. |
Het was een mooie wandeling. Ik weet niet of iedereen nu begreep wat de Wachter hiermee wilde. Maar wat ik ervan begreep is dat Hij graag uit onze mond hoorde wat Hij van de Stad ging en zou gaan maken! We noemden Hem wel een Wachter (want Hij waakt natuurlijk over Zijn Stad) maar in feite is Hij ook de Architect en de Bouwer!
Een Bijzondere wandeling. Een wandeling die ik nooit zal vergeten!!*
Een Bijzondere wandeling. Een wandeling die ik nooit zal vergeten!!*
1 Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen?
2 Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft.
3 Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren.
4 Zie, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt.
5 De HERE is uw Bewaarder, de HERE is uw schaduw aan uw rechterhand.
6 De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts.
7 De HERE zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren.
8 De HERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid.
(Psalm 121)
2 Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft.
3 Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren.
4 Zie, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt.
5 De HERE is uw Bewaarder, de HERE is uw schaduw aan uw rechterhand.
6 De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts.
7 De HERE zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren.
8 De HERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid.
(Psalm 121)
“Gebed is niet de hand die Gods hand stuurt. Gebed is het verlangen dat Gods wil gedaan zal worden.*”
1 Samuel 15:29: Hij is geen mens, die van gedachten zou kunnen veranderen
Psalm 46:11 Geef het op en weet dat ik GOD ben.
Jesaja 46: 9-11: Die wat hierna komt vertelt vanaf het begin, en tevoren wat nog niet gedaan is. Die zegt: Mijn raad zal bevestigd worden en Mijn verlangen zal ik doen. 1 Johannes 5:14
En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar Zijn wil, ons verhoort.
Tot slot:
*Dit verhaal heb ik zelf geschreven. Echter het idee van het verhaal is niet van mij zelf maar komt uit het boek: “Intelligent Gebed” van Martin Zender. Deze is vertaald door Anke-Pronk Waterlander. Klikhier om het volledige boek te lezen.
Notes:
De nummers in het verhaal van de Wachter zijn verwijzers naar Bijbelteksten met profetieën over Israël en haar stad Jeruzalem. Hieronder heb ik een aantal teksten neergezet. Aanrader is om geheel het hoofdstuk te lezen om ook de context ervan te begrijpen en het te onderzoeken!
(1) Zij zullen hun huizen bouwen en erin wonen:
Jesaja 65:21: 21 Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, Wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten;
Ezechiël 28:26: 26 Wanneer ik de omringende volken die nu op hen neerkijken heb gestraft, zullen de Israëlieten daar veilig wonen. Ze zullen er in veiligheid huizen bouwen en wijngaarden planten, en ze zullen beseffen dat ik, de HEER, hun God ben.”
(2) De kinderen zullen spelen op de straten en ouderen leunen op hun stok vanwege hun hoge leeftijd: Zacharia 8: 4-5: 4 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Opnieuw zullen er op de pleinen van Jeruzalem oude mensen zitten, steunend op hun stok vanwege hun hoge leeftijd, 5 en de straten zullen krioelen van de spelende kinderen.
(3) Hij zelf zal een muur rondom Zijn stad zijn:
Zacharia 2: 5-8 5 Weer sloeg ik mijn ogen op, en daar zag ik een man met een meetlint in zijn hand. 6 ‘Waar gaat u heen?’ vroeg ik, en hij antwoordde: ‘Ik ga opmeten hoe groot Jeruzalem moet worden.’ 7 Toen verscheen de engel die met mij sprak, en een andere engel kwam hem tegemoet 8 en zei: ‘Vlug, zeg tegen die jongeman dat Jeruzalem een open stad zal blijven, niet ommuurd, vanwege het grote aantal mensen en dieren dat er zal wonen. 9 Ik zal zelf rondom de stad een muur van vuur zijn – spreekt de HEER – en haar met mijn luister vullen.’
(4) Hij zal Zijn voeten op de Olijfberg zetten en de berg zal in tweeën splijten: Noord en Zuid:
Zacharia 14: 4: 4 Die dag zal hij zijn voeten op de Olijfberg planten, ten oosten van Jeruzalem. De Olijfberg zal in tweeën splijten: de ene helft glijdt weg naar het noorden en de andere naar het zuiden, zodat er een breed dal ontstaat van oost naar west.
(5) Je zult wijngaarden planten en de vrucht ervan eten:
Jesaja 65:21: 21 Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, Wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten;
Jeremia 31:5: 5 In Samaria’s bergen zul je wijngaarden planten, en mogen eten van de eerste vruchten.
Amos 9:14: 14 Ik zal het lot van mijn volk Israël ten goede keren. Zij zullen hun verwoeste steden herbouwen en erin wonen, ze zullen wijngaarden planten en de wijn ervan drinken, ze zullen tuinen aanleggen en de vruchten ervan eten.
1 Samuel 15:29: Hij is geen mens, die van gedachten zou kunnen veranderen
Psalm 46:11 Geef het op en weet dat ik GOD ben.
Jesaja 46: 9-11: Die wat hierna komt vertelt vanaf het begin, en tevoren wat nog niet gedaan is. Die zegt: Mijn raad zal bevestigd worden en Mijn verlangen zal ik doen. 1 Johannes 5:14
En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar Zijn wil, ons verhoort.
Tot slot:
*Dit verhaal heb ik zelf geschreven. Echter het idee van het verhaal is niet van mij zelf maar komt uit het boek: “Intelligent Gebed” van Martin Zender. Deze is vertaald door Anke-Pronk Waterlander. Klikhier om het volledige boek te lezen.
Notes:
De nummers in het verhaal van de Wachter zijn verwijzers naar Bijbelteksten met profetieën over Israël en haar stad Jeruzalem. Hieronder heb ik een aantal teksten neergezet. Aanrader is om geheel het hoofdstuk te lezen om ook de context ervan te begrijpen en het te onderzoeken!
(1) Zij zullen hun huizen bouwen en erin wonen:
Jesaja 65:21: 21 Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, Wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten;
Ezechiël 28:26: 26 Wanneer ik de omringende volken die nu op hen neerkijken heb gestraft, zullen de Israëlieten daar veilig wonen. Ze zullen er in veiligheid huizen bouwen en wijngaarden planten, en ze zullen beseffen dat ik, de HEER, hun God ben.”
(2) De kinderen zullen spelen op de straten en ouderen leunen op hun stok vanwege hun hoge leeftijd: Zacharia 8: 4-5: 4 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Opnieuw zullen er op de pleinen van Jeruzalem oude mensen zitten, steunend op hun stok vanwege hun hoge leeftijd, 5 en de straten zullen krioelen van de spelende kinderen.
(3) Hij zelf zal een muur rondom Zijn stad zijn:
Zacharia 2: 5-8 5 Weer sloeg ik mijn ogen op, en daar zag ik een man met een meetlint in zijn hand. 6 ‘Waar gaat u heen?’ vroeg ik, en hij antwoordde: ‘Ik ga opmeten hoe groot Jeruzalem moet worden.’ 7 Toen verscheen de engel die met mij sprak, en een andere engel kwam hem tegemoet 8 en zei: ‘Vlug, zeg tegen die jongeman dat Jeruzalem een open stad zal blijven, niet ommuurd, vanwege het grote aantal mensen en dieren dat er zal wonen. 9 Ik zal zelf rondom de stad een muur van vuur zijn – spreekt de HEER – en haar met mijn luister vullen.’
(4) Hij zal Zijn voeten op de Olijfberg zetten en de berg zal in tweeën splijten: Noord en Zuid:
Zacharia 14: 4: 4 Die dag zal hij zijn voeten op de Olijfberg planten, ten oosten van Jeruzalem. De Olijfberg zal in tweeën splijten: de ene helft glijdt weg naar het noorden en de andere naar het zuiden, zodat er een breed dal ontstaat van oost naar west.
(5) Je zult wijngaarden planten en de vrucht ervan eten:
Jesaja 65:21: 21 Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, Wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten;
Jeremia 31:5: 5 In Samaria’s bergen zul je wijngaarden planten, en mogen eten van de eerste vruchten.
Amos 9:14: 14 Ik zal het lot van mijn volk Israël ten goede keren. Zij zullen hun verwoeste steden herbouwen en erin wonen, ze zullen wijngaarden planten en de wijn ervan drinken, ze zullen tuinen aanleggen en de vruchten ervan eten.